Peulvruchten

Peulvruchten zijn de zaden en peultjes van planten binnen de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae); denk aan bonen, erwten, linzen, lupine en pronkbonen. Gedurende de 18e en 19e eeuw waren peulvruchten een belangrijk onderdeel van het dieet in Nederland. Rond 1860 groeide de kennis over het belang van gevarieerde voeding voor een goede arbeidsproductiviteit. Nog veel van het werk was in die tijd lichamelijk erg zwaar, en producten zoals melk, peulvruchten en vlees droegen bij aan productieve werknemers.


Erwt (Pisum sativum)

Erwt behoort tot een van onze oudste gewassen, waarvan historische vondsten van 8000 v.Chr. duiden op erwt cultivering in het gebied van de Vruchtbare Halvemaan. De eerste vermelding van de teelt van erwten in West-Europa dateert al van vóór de 14e eeuw, waarbij het bekende drieslagstelsel (wintergraan, zomergraan, braak) werd geïntensiveerd door peulvruchten te telen tijdens de derde fase. De erwt was (en is) een belangrijke bron van eiwit, zetmeel en nutriënten in het voedsel voor alle lagen van de bevolking.

Rond de 19e eeuw werden er veel kruisingen gemaakt om nieuwe rassen te verkrijgen, bijvoorbeeld door veredelaar Thomas Laxton. Hij deed pionierswerk op het gebied van plantveredeling voor zijn tijd, met doperwtras Alderman en vele andere rassen als resultaat.

De grote diversiteit aan erwten die we hadden is goed terug te zien in onze Nederlandse erwt erfgoedrassen; er zijn doperwten, kapucijners, schokkers, voedererwten, peultjes, in groene, gele of grauwe kleuren, met langstro en kortstro.


Pronkboon (Phaseolus coccineus)

De pronkboon is een robuuste klimplant die van oorsprong uit Centraal-Amerika komt. In Nederland wordt hij meestal eenjarig geteeld, maar in warmere klimaten kan de plant dankzij zijn wortelknollen overleven en in het voorjaar opnieuw uitlopen.

Pronkbonen onderscheiden zich door hun krachtige groei, grote bloemen en sterke weerstand tegen ziekten en ruwe weersomstandigheden. Van oudsher werden ze zelfs als windkering rondom kwetsbare gewassen zoals snijbonen en augurken gebruikt.

Hoewel pronkbonen steviger en grover zijn dan gewone snijbonen, zijn sommige rassen zo mals dat ze uitstekend als snijboon kunnen worden gebruikt. Emergo is hier een goed voorbeeld van, met peulen die zowel vers als voor inmaak geschikt zijn. Een extra voordeel van pronkbonen is hun natuurlijke weerstand tegen virus- en schimmelziekten